De wachttijden voor huurwoningen zijn de afgelopen jaren fors opgelopen. Ook zijn de huurprijzen hard gestegen en zijn huurders een steeds groter deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Dat is volgens de Woonbond het resultaat van het beleid van drie kabinetten-Rutte.
De belangenvereniging voor huurders analyseerde de ontwikkelingen op de markt voor huurwoningen in de voorbije jaren. Daaruit kwam naar voren dat de prijzen voor huurwoningen gemiddeld met 35 procent zijn gestegen, terwijl het besteedbaar inkomen van huurders gelijk bleef. Daardoor waren ze twee jaar geleden 38,1 procent van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Dat was in 2013 nog 33,8 procent.
Ook de wachttijd liep op. Volgens de Woonbond is de gemiddelde wachttijd in de vier grote huurregio’s in de afgelopen vier jaar tussen de 1 en de 2,6 jaar langer geworden.
De langste wachttijd is in Amsterdam. Daar moeten starters ruim tien jaar wachten op een huurwoning. Utrecht zit daar kort achter, met een wachttijd van 9,9 jaar. De stijging was het sterkst in de regio Haaglanden, waar sprake was van een toename van 67 procent. Starters moeten daar gemiddeld zes jaar wachten.
Het aantal sociale huurwoningen daalde de afgelopen jaren met 108.000 woningen. De vrije sector groeide juist flink, maar volgens de Woonbond is niets gedaan om de sector aan banden te leggen.
De belangenvereniging vindt dat het volgende kabinet maatregelen moet nemen. Het moet onder meer paal en perk stellen aan de “gigantische” huurprijzen in de vrije sector, zorgen voor meer betaalbare sociale huurwoningen en de loongrens om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning verhogen zodat ook middeninkomens in aanmerking komen.
Bron: NU.nl